De international MicroNanoConference is de conferentie van MinacNed voor en door leden. We organiseren dit congres jaarlijks samen met een groep leden vanuit industrie en wetenschap. Deze enthousiaste groep vrijwilligers zet hiervoor hun eigen kennis en netwerk in om een programma voor de iMNC neer te zetten.
Uit enquêtes na eerdere edities van de iMNC kwam duidelijk naar voren dat het netwerken een belangrijk doel is van de deelnemers. Een online platform biedt minder mogelijkheden voor netwerken, hierom is de focus gelegd op iMNC21 als fysiek event in de Jaarbeurs.
Vanuit dat oogpunt was dit jaar de locatie gereserveerd, was er een internationale groep aan sprekers uitgenodigd en stond er een fantastisch programma klaar dat zowel op technische thema’s als ook op meer maatschappelijk brede thema’s ingaat. Echter, voor een geslaagd evenement hebben we niet alleen een goed inhoudelijk en georganiseerd programma nodig maar vooral ook de inzet en steun van deelnemers en sponsoren die als exposant willen deelnemen.
Het blijkt ontzettend lastig om in deze tijden van grote onzekerheid door de Covid-19 maatregelen tijdig voldoende zekerheid te krijgen dat we een congres kunnen organiseren met een grote (internationale) deelname.
Hierdoor zagen we twee risico’s ontstaan. Er was het risico (door onvoldoende deelnemers en sponsoren) dat de kosten hoger zouden uitvallen dan de inkomsten. Daarnaast was er een even groot risico voor deelnemers en voor exposanten die investeren in een evenement dat niet voldoende mogelijkheden zou bieden om te netwerken en daarmee de eigen doelstellingen te behalen. Als MinacNed en het gehele team dat de iMNC21 organiseert, moeten we deze risico’s vermijden. Daarom heeft het MinacNed bestuur helaas moeten besluiten om de iMNC21 dit jaar niet door te laten gaan.
Het bestuur van MinacNed wil alle leden, OC- en PC-commissieleden en alle betrokkenen die zich reeds hebben ingezet voor de voorbereidingen hartelijk bedanken voor hun bijdragen en daarnaast verontschuldigingen aanbieden omdat deze voorbereidingen nu helaas niet zullen uitmonden in de iMNC21.
Er wordt op dit moment gekeken of het lezingenprogramma dat is samengesteld voor iMNC21 op een andere manier kan worden gepresenteerd. Dit kan zowel in kleine fysieke events als ook in online events worden georganiseerd. In welke vorm en op welke data deze events plaats hebben is op dit moment nog niet bekend. We houden u hiervan op de hoogte.
De spin-off van de spin-off | In de toekomst sneller en goedkoper diagnostische testen zoals de coronatest op de markt brengen? Delta Diagnostics -een spin-off van TNO- ontwikkelt een platformtechnologie om dit mogelijk te maken.
Auteur: Linda Bak, Innovation Origins
De bekendste diagnostische test van dit moment is natuurlijk de coronatest. Maar dat is niet de enige ziekte waarbij zo’n snelle test handig kan zijn. In bepaalde gevallen wil een arts ook graag snel bepaalde stoffen in het lichaam meten, om een mogelijke aandoening op te kunnen sporen. Bijvoorbeeld specifieke eiwitten in een bloedsample. Bij voorkeur direct bij de huisarts of bij een patiënt thuis; zogenoemde ‘point of care tests’. Dat gaat sneller dan onderzoek door een laboratorium, zoals nu vaak het geval is. Op dit moment zijn er nog niet zo veel goedwerkende point of care diagnostische tests om bepaalde stoffen in het lichaam die duiden op een ziekte op te sporen. Daar moet verandering in komen, vindt Bart de Boer.
Hij deed bij TNO jarenlang onderzoek naar biomedische geïntegreerde fotonica. Dit zijn optische chips om bepaalde stoffen in een sample te meten. In 2018 richtte hij Delta Diagnostics op, een spin-off van TNO. De Boer wil geen losse diagnostische tests maken, maar bouwt een platform waarop andere bedrijven hun eigen tests kunnen ontwikkelen.
Foto: Michiel Oderwald (TNO) en Bart de Boer (Delta Diagnostics)
Delta Diagnostics levert daarvoor een instrument met de optische chips. Bedrijven kunnen daar een laagje biomoleculen aan toevoegen om de chip specifieke stoffen te laten meten. Zo wordt het ontwikkelen van zo’n test voor bedrijven en andere partijen zoals universiteiten veel makkelijker, sneller en goedkoper. “Hierdoor komen er in de toekomst hopelijk veel meer diagnostische tests beschikbaar om uiteenlopende ziekten eerder en beter te herkennen. Dat zorgt dan weer voor betere behandelingen”, zegt De Boer.
Op locatie testen
Naast de chip ontwikkelt het bedrijf ook een zogenoemde point-of-care analyzer. Hiermee kan de test ter plekke worden uitgevoerd en hoeft niet meer in een laboratorium te gebeuren. Dit kan bijvoorbeeld bij de huisarts of bij de patiënt thuis. De resultaten zijn dan binnen vijftien minuten bekend.
Foto: © Delta Diagnostics
Ook is er maar één druppel bloed nodig voor de test, in plaats van het gebruikelijke buisje voor het laboratorium. “Zo gaat niet alleen de ontwikkeling van de test sneller, maar kan de test zelf ook sneller worden uitgevoerd”, stelt Peter Belt, CEO bij Delta Diagnostics. De analyzer is niet groter dan een lunchtrommel.
Door de point-of-care analyzer is de technologie van Delta Diagnostics geschikt voor diagnostische tests die acute problemen zoals een hartinfarct kunnen detecteren. “Dan weet je meteen wat er aan de hand is en kan de arts direct de juiste behandeling starten”, zegt De Boer. Daarnaast is het ook mogelijk om de snelle diagnostische tests te gebruiken voor screening, bijvoorbeeld bij kanker. “Bij dergelijke ziekten wil je zo vroeg mogelijk een diagnose stellen en een behandeling starten. Het liefste nog voordat de patiënt symptomen krijgt”, gaat hij verder. Met de diagnostische tests op basis van de chips van Delta Diagnostics kunnen meerdere stoffen tegelijk worden gemeten. Zo heeft bijvoorbeeld de huisarts snel een indicatie van de conditie van een patiënt.
Delta Diagnostics is niet het enige bedrijf dat zich richt nieuwe optische sensoren om de diagnostiek te verbeteren. “Anderen richten zich vaak op de ontwikkeling van één bepaalde diagnostische test. Wij bouwen een platform waarop deze en andere partijen sneller en goedkoper tests kunnen ontwikkelen”, stelt De Boer. “Onze technologie ligt in de toekomst hopelijk ten grondslag aan veel verschillende diagnostische tests van verschillende bedrijven en kennisinstellingen.”
Andere sectoren
Dat de spin-off op medisch gebied verschil kan maken, was voor De Boer wel duidelijk. Maar nu de eerste prototypes klaar zijn, krijg hij ook vragen uit andere sectoren. Zo is er interesse in de technologie om contaminanten -verontreinigende stoffen die onbedoeld in voedsel terecht komen- te meten. Ook zou de methode gebruikt kunnen worden in forensisch onderzoek om meer informatie uit dadersporen te halen die op een plaats delict worden gevonden. “Ik had me niet gerealiseerd dat er vanuit zoveel verschillende hoeken interesse was”, vertelt De Boer. “Deze bedrijven kunnen natuurlijk ook gewoon gebruik maken van ons platform om hun toepassingen verder te onderzoeken.”
Volgend jaar op de markt
De eerste prototypen zijn al klaar en worden nu bij de eerste klanten, zoals researchgroepen, gebruikt. Volgend jaar zomer wil Delta Diagnostics het eerste product op de markt brengen. Het gaat dan om de chips en het bijbehorende instrument waarop andere bedrijven zelf een diagnostische test kunnen ontwikkelen. De point-of-care analyzer, die nodig is om de test direct uit te kunnen voeren, volgt niet veel later.
In de tussentijd kunnen de diagnostische tests wel uitgevoerd worden, maar dan moet dit in een laboratorium gebeuren. “De ontwikkeling van de test is een stuk goedkoper en sneller voor bedrijven”, stelt Belt. “Normaal heb je verschillende instrumenten nodig in de verschillende fases van de ontwikkeling. Met onze technologie kunnen bedrijven al die fases met één chip doorlopen.” Dat maakt de technologie toegankelijker voor een grotere groep bedrijven.
Lang onderzoekstraject
Het product is inmiddels bijna op de markt. Daar is veel onderzoek aan vooraf gegaan. “Het eerste proefje deden we in 2012”, lacht De Boer als hij eraan terugdenkt. De technologie had potentie en we kwamen steeds een stap verder in de ontwikkeling. Om te onderzoeken of er daadwerkelijk een bedrijf in zou zitten, deed hij mee aan het Tech Transfer programma van TNO. Het is een intern gefinancierd programma waarin onderzoekers in verschillende stappen budget en begeleiding krijgen om te kijken naar een business case rond hun technologie. “Hiermee proberen we het ontstaan van spin-offs te stimuleren”, zegt Michiel Oderwald, Senior Business Developer Bio-Medical Devices bij TNO. “Door het budget dat beschikbaar is, krijgen mensen ook echt de ruimte om goed onderzoek naar de business case te doen. Als je dat tussen het gewone werk door moet doen, dan winnen de dagelijkse taken vaak.”
TNO wil een bijdrage leveren aan de oplossingen voor maatschappelijke problemen door kennis toepasbaar te maken voor bedrijven en overheden. “Als we impact willen hebben, dan kunnen we bijvoorbeeld samenwerken met de industrie of we richten zelf een start-up op”, vertelt Oderwald. Dat laatste bleek drie jaar geleden voor Delta Diagnostics de beste optie. Daarbij is het volgens de business developer cruciaal om iemand zoals Bart de Boer te hebben die de kar trekt. “Hij geloofde vanaf het eerste moment in de technologie en heeft daarom ook steeds financiering bij elkaar gezocht om verder te kunnen ontwikkelen”, zegt Oderwald.
De industrie
Bij medische apparatuur is het oprichten van een start-up vaak een logische keuze om een technologie verder te helpen. “Grote bedrijven durven vaak nog niet in te stappen als een technologie zich nog niet heeft bewezen”, zegt De Boer. Zij ontwikkelen de nieuwe apparatuur helemaal zelf of kopen een kleiner bedrijf op wanneer hun technologie echt op de markt is. Hij sluit het dan ook niet uit dat Delta Diagnostics in de toekomst wordt gekocht door een groter bedrijf uit de industrie. Al richt De Boer zich de komende tijd nog volop op de groei van zijn spin-off.
“Het komende jaar staat in het teken van het eerste product op de markt brengen. Daarvoor zijn we met een financieringsronde bezig”, vertelt hij. Daarnaast gaat het bedrijf zich richten op de externe validatie. “We hopen dat andere bedrijven ook laten zien dat tests die gemaakt zijn met ons platform daadwerkelijk goede resultaten opleveren”, gaat hij verder. Ondertussen gaat het onderzoek, deels in samenwerking met TNO, gewoon door. “We willen de technologie steeds verder optimaliseren en uitwerken. Zo komen er steeds meer diagnostische tests om de behandeling van patiënten te verbeteren.”
Bron: 4TU nieuws
EINDHOVEN – Denk als Brainport niet dat je er al bent. De ambitie met hightech starters moet omhoog om nieuwe ASML’s te creëren, vindt John Bell van HighTechXL.
Nieuwe chiptechnologie om bij het maken van een MRI-scan te corrigeren voor bewegingen van de patiënt. Zodat kan worden voorkomen dat de scan mislukt en opnieuw moet worden gemaakt. Het is een voorbeeld uit de kraamkamer van HighTechXL in Eindhoven. Op de High Tech Campus bouwt de organisatie aan tientallen hoog technologische start-ups.
Grootste ter wereld
John Bell, een half jaar geleden als directeur aangetreden naast oprichter Guus Frericks, heeft een missie. Hij wil met HighTechXL de grootste ter wereld te worden in zijn soort. Dat is het bouwen van start-ups in ‘deep tech’, om het verschil aan te geven met het deel dat zich richt op online platforms op basis van bestaande technologie. Voor de ontwikkeling van deep tech heeft de Brainport regio in de ogen van Bell de ideale voedingsbodem, met zijn ecosysteem dat is gebouwd rond de samenwerking tussen hightech bedrijven, onderwijs en kennisinstellingen en overheid.
Je moet niet denken dat je er al bent. Je moet zuurstof en voedsel blijven geven, anders gaat het plantje dood. We moeten nog betere talenten uit de wereld deze kant op trekken en proberen de beste deep tech in de wereld te zijn.
Nu al komt HighTechXL voor op een lijstje met de belangrijkste vijf bouwers van start-ups in de wereld. De ambitie van Bell sluit aan bij die van de gemeente Eindhoven die deep tech start-up city van Europa wil worden. We kunnen nog lang niet tevreden zijn met de ontwikkeling die is doorgemaakt in de afgelopen decennia, vindt Bell. ,,Je moet niet denken dat je er al bent. Je moet zuurstof en voedsel blijven geven, anders gaat het plantje dood. We moeten nog betere talenten uit de wereld deze kant op trekken en proberen de beste deep tech in de wereld te zijn. Om dit te bereiken zal de samenwerking met de gemeente Eindhoven, het ecosysteem en de overheid verder moeten intensiveren.”
ASML en Philips investeren mede om de regio te versterken, om een B- en C-SML te kunnen creëren.”
De organisatie weet zich gesteund door ASML, Philips en de High Tech Campus als investeerders. ,,ASML en Philips investeren mede om de regio te versterken, om een B- en C-SML te kunnen creëren. Het is belangrijk voor ASML en Philips dat nieuwe partijen ontstaan. Zo krijgen hun toeleveranciers een sterkere basis. Ook kunnen ze profiteren van talent dat wordt aangetrokken en behouden kan blijven voor de regio.”
Van de grond af opbouwen
HighTechXL veranderde eind 2018 zijn werkwijze. In plaats van het ondersteunen van bestaande start-ups koos het voor het van de grond af opbouwen van nieuwe bedrijven. ,,Vanuit bestaande teams ging altijd wel iets mis. Het team functioneerde niet goed, patenten waren niet sterk genoeg of het bedrijf had verkeerde klanten.”
De basis van de nieuwe opzet zijn ongebruikte patenten, waar een team van knappe koppen commerciële toepassingen voor probeert te ontwikkelen. Zo is fotonica-technologie voor de MRI-scans afkomstig van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA . Ook wordt samengewerkt met de Zwitserse onderzoeksorganisatie CERN, TNO en Philips Research. De patenteigenaren krijgen royalties op basis van de omzet die de start-up weet te genereren.
Internationale teams
Een team dat een start-up van de grond probeert te krijgen, wordt samengesteld uit mensen van over de hele wereld. Op basis van profielen wordt ingeschat of ze goed kunnen samenwerken.
,,We hebben mensen uit Taiwan, Australië en Europese landen als Italië, Turkije en Duitsland”, zegt Bell. ,,Het zijn vaak mensen die al eerder een bedrijf hebben opgebouwd en dat hebben verkocht. Zowel techneuten als specialisten met bijvoorbeeld een marketingachtergrond schuiven aan.
Samenwerkingen van Philips
Zelf werkte geboren Eindhovenaar Bell jarenlang voor Philips aan innovatie door samenwerkingen te sluiten met bedrijven uit compleet andere bedrijfstakken. De alliantie met Sara Lee/Douwe Egberts leidde tot de ontwikkeling van de Senseo.
Na bij het Amerikaanse Johnson & Johnson te hebben gewerkt aan samenwerking met start-ups voor de ontwikkeling van nieuwe producten zit Bell nu aan een andere kant. Bij HighTechXL bekijkt hij hoe grote bedrijven start-ups kunnen helpen. Incooling bijvoorbeeld, dat een technologie voor het koelen van chips ontwikkelt, is in gesprek met grote chipfabrikanten en datacenters. ,,Een start-up heeft een groot bedrijf nodig, voor kennis, financiële middelen, klanten en de leveranciersketen.”
Doorgaan tijdens coronacrisis
Sinds de herstart twee jaar geleden zijn onder de vlag van HighTechXL 22 hightech baby’s geboren. Tijdens de coronacrisis zijn er 15 van start gegaan, van achter de computer en vrijwel zonder fysiek contact.
Tot 2025 zouden nog eens 40 tot 50 start-ups het licht moeten zien, zo luidt de doelstelling. ,,Daarmee zouden we 2000 banen creëren en zo een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de innovatiekracht van de regio en daarmee van Nederland. Cruciaal is dat meer geld beschikbaar komt voor deep tech start-ups. Nederland loopt op dit gebied achter op andere landen in Europa, de Verenigde Staten en Azië.”
Beursgang met start-ups
HighTechXL wil met zijn start-ups naar de beurs NXchange, een platform dat beleggers koppelt aan bedrijven. Het idee is dat ze kunnen handelen in zowel een ‘mandje’ van alle start-ups samen als in individuele bedrijven. ,,We proberen daarvoor 30 miljoen euro op te halen bij investeerders”, zegt John Bell. ,,Start-ups hebben dan zowel financiering als een beursnotering.”
De coronacrisis maakt het voor de prille bedrijven niet gemakkelijker. Investeerders en klanten zijn voorzichtiger, weet Bell. De coronalening van het Rijk heeft een aantal start-ups kunnen helpen. ,,Maar de terugbetaling van het geld start binnenkort en sommige hebben nog weinig inkomsten. Niet iedereen gaat het overleven. Op zich is dat prima; het hoort bij de start-up wereld.”
Cover photo by Alexandre Debiève on Unsplash
By Maarten Buijs, from PhotonDelta
What are Photonic Integrated Circuits?
Electronics versus Photonics
Where electronics deals with the control of electrons on a chip, photonics does the same with photons. It covers the physics, engineering, technology and applications of light (photon) generation, detection, and manipulation through emission, transmission, modulation, signal processing, switching, amplification, and sensing. Photons travel at the speed of light and move through certain materials with almost no loss. Photonics can have a very high frequency range, resulting in high data throughput at a fraction of the energy costs of electronic circuits.
Adopting photons to carry signals over low-loss optical fiber transmission lines, and so replacing coaxial cables in telecommunication systems, led to the first significant business where photonics was applied. [1]
Integrated Photonics
Just as electronic functions can be integrated into an electronic integrated circuit (IC), photonic functions can also be integrated into a photonic integrated circuit (PIC). Building on the success of silicon (Si) as the basis of the IC revolution, silicon photonics (SiPh) has become an important part of the integrated photonics development.
Si is transparent to infrared light with wavelengths above about 1.1 micrometers, so also to the 1.55 micrometer wavelength used by most fiber optic telecommunication systems. In addition, it has a very high refractive index, of about 3.5, much higher than that of silicon oxide (1.5), which allows strong confinement of light in Si structures embedded in silicon oxide (waveguides). These properties make Si well suited for usage in telecom. However, Si does not allow direct generation of light. Indium phosphide (InP) does not have this restriction, because it has a direct semiconductor bandgap. So, PICs based on the InP material platform became commercially very successful; InP integrated photonics has been a critical enabler for modern telecommunications.
InP allows for the integration of active and passive elements like high-performance amplifiers, lasers, modulators, and detectors in combination with interferometers within one chip in the 1.1 – 1.6 mm spectral window. This leads to performance advances, energy savings and cost reductions,[2] which has allowed InP integrated photonics to revolutionize data communications, precision metrology (for example LIDAR in autonomous vehicles), spectrometry, and imaging. Current state-of-the-art devices integrate hundreds of functions onto a single chip.
Another material system making strong inroads into integrated photonics is silicon nitride (SiN). It excels at passive light processing in the visible, near-infrared (NIR) and IR range thanks to among others its very low light intensity loss in the waveguide, small bend radii and adjustable polarization. Waveguides guide light on integrated devices but can also perform guiding, coupling, switching, splitting, multiplexing, and demultiplexing of optical signals.
By integrating SiN PICs with active components based on other technologies like InP, high performance photonics Systems-in-Package devices can be manufactured.
Biosensors based on the SiN platform explained
One of the photonic industries key application areas concerns biosensors based integrated photonic circuits. SiN PICs are in particular very well suited for the detection of biological molecules. They work in a very wide wavelength range from visible to near-infrared, avoiding the water absorption window of water and allowing fluorescence detection. Also, this wavelength range makes it easy to combine them with a cheap laser source. The small bend radii possible in SiN allow the light-constraining waveguide to be ‘’rolled up” on the surface, creating a very long light path. In combination with the ultra-low loss of propagating light in SiN, this leads to a long interaction time of the light with biomolecules that are in the vicinity of the surface. Biosensors based on SiN PICs are thus highly sensitive. A very low detection limit can be achieved by using self-referencing optical structures which eliminate sources of noise like temperature variations.
Biosensors are or will be applied in a multitude of areas, like towards health-related targets (e.g. glucose monitoring in diabetes patients, early detection of the onset of cancer or of infectious diseases), environmental applications (e.g. the detection of pesticides and pollutants), and the food industry (e.g. determination of antibiotics or hormone residues in food, early detection of infectious diseases).
Benefits of photonic biosensors
Biosensors work by detecting so-called analytes, in this case, biomolecules or biomarkers, which in the case of human health care indicate whether a condition like cancer or an infection is present. Typically, the analyte is detected in a sample of bodily fluids like blood, urine, or sputum. These analytes are detected by being captured by so-called bioreceptors, which can be antibodies, nucleic acids, proteins, pathogens, or even created by biological engineering. In their turn, bioreceptors are typically bound covalently (or by the sharing of electron pairs between atoms) to the surface of the waveguide. The bioreceptors are the conjugate to a particular analyte and therefore very selective. By applying an anti-fouling layer on the non-waveguide surface of the chip, one can assure that the bioreceptors are only bound to the SiN waveguide and not to adjacent areas of the surface. This biomarker-specific attachment to the waveguide brings the biomarkers very close to the surface of the waveguide. It also implies that additional (e.g., fluorescent) labeling of the biomarker is not needed. Being able to do label-free direct detection significantly simplifies the detection workflow.
The optical working principle of the detection is based on the fact that part of light which travels through the waveguide (at very low loss in SiN) sticks out of the waveguide, to so-called evanescent field. In the case of SiN this field contains a significant part of the total light intensity. The bioreceptor – biomarker couple on the surface of the waveguide changes the effective refractive index of the waveguide. By making use of waveguide interferometers or resonators, these refractive index changes can be translated into a quantitative assessment of the biomarker.
Also, because of the low bend radii possible in SiN, these structures can be designed very compactly and many such structures can be fitted onto the surface of a single chip. By tuning the analyte deposition, different waveguide structures can be covered with different bioreceptors, called multiplexing, so that multiple biomarkers can be detected on the same chip. This can enhance the sensitivity towards either one difficult-to-detect biomarker or towards one health condition with several characteristic biomarkers. It can also be used to measure several health conditions with one single chip.
Increasing rapid point of care testing
In the past, testing of patient samples for biomarkers was centralized at large hospitals or community laboratories in order to improve cost-effectiveness, to cope with economic pressure, and to reduce health care costs. This resulted in higher effectiveness and high-quality analytical results. However, the need for a rapid turnaround time and the “permanent” availability of local general practitioners not only during the day but also on nights and weekends has increased the need for more decentralized diagnostic approaches such as the point-of-care testing (POCT) occurring at the patients’ bedside, in operation theatres, in emergency rooms, and at accident sites.[3]
The introduction of widespread point-of-care testing of patients for diagnosis as well as screening can be significantly accelerated by combining the extreme sensitivity and selectivity of the SiN biosensor technology with the possibilities to mass produce the SiN PICs with processes, technologies and equipment derived from those used to mass manufacture electronic integrated circuits. Active components like light sources (to generate the sensing light) and detectors (to register the change of the sensing light induced by the biomolecules) cannot be made out of SiN. Therefore, integration of very small and cheap commercially available light sources (e.g. Vertical-Cavity Surface-Emitting (VCSEL) lasers) and detectors needs to be done as a step in the production process of the biosensor.
How The Netherlands and PhotonDelta work on accelerating development of Integrated Photonics
With two centers of excellence covering the important technologies for integrated photonics, and a long history of successful contributions to the integrated electronics industry like ASML, NXP and ASM International, the Netherlands is uniquely positioned to play a strong role in the continuously growing area. This drive is orchestrated by PhotonDelta, a Dutch public-private partnership consisting of a cohesive cluster of companies and highly qualified knowledge institutes, set up to accelerate and reduce time to market of integrated photonics products. PhotonDelta strengthens the ecosystem from within by stimulating and facilitating co-operation amongst the integrated photonic companies and knowledge institutions, developing the common business strategy, setting goals and stimulating co-operation between partners in the Netherlands and beyond. PhotonDelta acts as a growth accelerator and so helps to amplify and scale existing companies and kickstart new ones by having access to significant funding.
Notable academic centers of excellence of photonic integrated circuits in InP are the University of California at Santa Barbara, USA, and the Eindhoven University of Technology in the Netherlands. In Eindhoven, the technology is commercialized through the company SmartPhotonics. Important European academic centers of excellence for SiN PiC technology include EPFL at Lausanne, Switzerland and the University of Twente in Enschede, the Netherlands. The technology is commercialized through the companies Lionix International in the Netherlands and Ligentec in Switzerland.
How the PhotonDelta ecosystem works on biosensors
With support from PhotonDelta, Lionix has teamed up with fellow Dutch company Surfix, who specialize in nanocoatings for life science applications and Qurin, diagnostics specialists to develop SiN PIC-based biosensors for the direct detection of the SARS-CoV-2 virus responsible for COVID-19. The group is aiming for a quick and reliable POCT that removes the need for time-consuming lab work. Two tests are under development, one that will determine if a patient is currently infected by the virus by detecting virus receptors. The second test will determine if a patient has already been infected by the virus by detecting antibodies – the proteins produced by the immune system in response to infection.
The biosensor will detect the receptors for the virus, detecting the virus directly rather than using the current common method which involves destroying the virus’s shell and looking for the presence of released genetic material. This direct detection means results can be returned with speed, possibly even with a few minutes. Both tests are expected to be readily available within 6-9 months. An important part of this initiative will be to set up the infrastructure for mass-producing very reliable disposable biosensors. The long-standing partnership between the key players in this initiative means the groundwork has already been laid for rapid product development and rollout. When successful, this initiative will not only contribute to the fight against COVID-19, but will also have established SiN PIC technology as a platform for the further roll-out of POCT for screening and diagnosis.
Conclusion
Integrated Photonics based biosensors will advance the roll-out of point-of-care diagnostics. Further development of the technology should deliver more sensitive and more accessible biosensors for rapid diagnosis. This development will be driven, in part, by strategic collaboration between industry leaders, innovators, and health care organizations.
This is one of a series of articles discussing photonics based biosensing and the work of PhotonDelta and its partners. Future articles will include reporting on the current and long-term application of the technology for tackling Covid-19 and other point of care testing applications, as well as detail PhotonDelta’s roadmap towards high volume production of disposable biosensors.
Read the original article here
Image credit Lionix International
MinacNed has a new board overseeing all activities, with a new chair and vice chair who are both ambitious to see the MinacNed community grow and collaborate more. At the General Assembly meeting on May 26, the new MinacNed board was presented to the MinacNed members.
New chair and vice chair
Frank van de Scheur, Head of MEMS & Micro Devices at Philips has taken up the role of chairman of the board. Frank van de Scheur sees MinacNed becoming the recognized association in the Netherlands for all companies, institutes and universities that are active in the field of Microsystems and Nanotechnology.
The board members all work in close collaboration and the new vice chair Hans Dijk, CCO at Surfix emphasizes the need for companies working in the micro and nano industry to collaborate with each other and meet at MinacNed. Hans Dijk: “I hope to be able to play a role in getting more companies actively involved in our association.”
Knowledge platform on micro and nano technology
The members of the MinacNed board are from both industry and academia, and each brings a large network and vast experience with them. The new board continues the work of the MinacNed board up to now: to build new partnerships, to grow the number of members and to seek international collaborations to make groundbreaking projects possible.
The knowledge shared among the board members is an important asset that is available for members in the MinacNed community. Urs Staufer, board member and professor at TU Delft said: “MinacNed must be a forum to share the view on future developments and needs in Micro and Nano Technology, and a platform to find partners for implementing these visions.”
Changes in the board
Hans Dijk, CCO at Surfix and Thies Oosterwijk, Business manager at TMC Nanotechnology have joined the MinacNed board to bring their experience, network and ambition to the team. On the new webpage with the Board member profiles you will find a short resume and the board members ambition for the MinacNed community.
Two board members have resigned from their position. The board thanks Ronny van ‘t Oever CEO at Micronit and Han Gardeniers, professor at the University of Twente for their work and effort as board members. Former chairman Ronny van ‘t Oever has expressed his intention to stay involved in the MinacNed community.
Twents initiatief ‘Viralert’ richt zich op samenwerking in strijd tegen coronavirus
De beste manier om uit deze crisis te komen, en op een eventuele toekomstige crisis voorbereid te zijn, is samenwerking. Bedrijven en instanties hebben elk hun eigen specialisme en door deze te bundelen kan er sneller en efficiënter worden gewerkt. Niet ieder voor zich, maar allen tezamen een maatschappelijk probleem oplossen, dat is hoe er in Twente gewerkt wordt. Ronny van ‘t Oever, CEO van Micronit Microtechnologies, wilde iets betekenen tijdens de coronacrisis en zag hoeveel kennis en kunde er bij bedrijven en kennisinstellingen ligt. Micronit heeft zelf ook deel van de oplossing in handen. Daar moest wat mee gedaan worden, vond Ronny. Want bij het samenkomen van verschillende expertises kan het verschil gemaakt worden. Op deze manier is platform ‘Viralert’ in het leven geroepen. Twentse bedrijven als Micronit, Demcon, LioniX International en VyCap werken samen met kennisinstellingen uit Enschede, Wageningen, Nijmegen en de rest van Nederland. Maatschappelijk belang is de motiverende kracht, dit gaat voor de partijen boven het eigen economische gewin.
Viralert
Het Viralert initiatief bestaat inmiddels al uit 19 partners uit het bedrijfsleven en een aantal kennisinstellingen uit heel Nederland, waaronder de Universiteit Twente (UT). Het platform is opgericht door Ronny van ‘t Oever, directeur van het in Twente gevestigde Micronit, en Per Slycke, voormalig medeoprichter van het Enschedese bedrijf Xsens. Micronit is een Enschedees bedrijf dat microfluïdische chips ontwikkelt die gebruikt worden bij testen om te bepalen of iemand corona heeft, en bij onderzoek naar het virus. Andere Twentse partners binnen dit samenwerkingsverband zijn o.a. Demcon, expert in mechatronica, robotica en tijdens de coronacrisis bekend van onder andere hun beademingsapparatuur. Ook LioniX is Twents, ze zijn gespecialiseerd in fotonica en micro-nanotechnologie. De kracht van het platform ligt hem in een bundeling van verschillende organisaties met allen hun eigen specialisatie en discipline.
Motivatie
“Wij zijn bereid om te delen en niet voor het voor ons economisch beste scenario te gaan, maar voor het scenario waarbij wij meer efficiënt kunnen samenwerken en we sneller vooruit kunnen. Dat is wat wij binnen Viralert hebben afgesproken, daar maken wij ons hard voor”, zegt Arne Leinse, directeur van LioniX International. Alle partners binnen het initiatief scharen zich achter het maatschappelijk belang, andere belangen zijn daaraan onderhevig. “Alles binnen Viralert draait om samenwerken. Nederland heeft een levendige biomedische industrie met een enorm innovatiepotentieel. Het is eigenlijk niet meer dan logisch om bij een dergelijke crisis de koppen bij elkaar te steken om iets te ontwikkelen dat helpt”, zegt Ronny van ’t Oever. Viralert hoopt dat de overheid gaat zien dat dit soort samenwerkingsverbanden het waard zijn om in te investeren. “Momenteel richt de overheid zich nog te veel op het opschalen van bestaande testen in plaats van de ontwikkeling van innovatieve sneltesten”, zegt Arne Leinse.
Bron: Twente.com
Lees ook het interview met Ronny van t Oever over Viralert.