Berichten

12 December 2019

Team NanopLESStic from Wageningen University & Research is the winner of the Holland Chemistry Student Competition 2019. Team NanopLESStic developed a new type of nanoplastic filter, which can be used as a sensor or to remove nanoplastics from drinkingwater. Students Ezra Bekkering, Dorien Westert and Laura Akkerman each received a cheque for 1,000 euros during chemistry conference CHAINS in Veldhoven. The Holland Chemistry Student Competition is powered by NWO and Holland Chemistry.

There are growing concerns about the presence of nanoscopically small plastics in our rivers and drinking water. Team NanopLESStic produced a filter for these so-called nanoplastics. This filter makes use of a porous, high surface carrier material, coated with special compounds (e.g. Nile Red derivatives) which significantly enhanced nanoplastic adsorption.

Check out the video of NanopLESSTic.

Emmo Meijer, the figurehead of Holland Chemistry, awarded the prize and explained the selection committee’s choice: ‘The students from team NanopLESStic excellently explained their project and the results achieved. The project was very well thought through and the team effort was very much appreciated. These students were clearly thinking ahead and already made connections with various industrial partners, that provided feedback on how their findings can be used in the future.

In April, two teams were nominated as finalists of the Holland Chemistry Student Competition. During a research internship last summer they worked hard on finding a creative solution for a societal or industrial challenge. They presented their results in October to the jury.

Holland Chemistry

In Holland Chemistry, Dutch companies, researchers and the government work together on green and sustainable solutions for the major societal challenges. Holland Chemistry also devotes a lot of attention to the development of talented students who will be able to accelerate innovation within chemistry.

The Holland Chemistry Student Competition is powered by NWO and Holland Chemistry.

 

Photocredits: Thijs ter Hart

 

Een ongeordend netwerk dat heel goed is in het herkennen van órdelijke patronen. Het klinkt tegenstrijdig, maar het benadert de manier waarop ons brein patronen herkent. Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben zo’n ‘brain-inspired’ netwerk ontwikkeld. Een grote stap vooruit is dat het gewoon te fabriceren is in silicium en werkt bij kamertemperatuur. Het nieuwe netwerk maakt gebruik van materiaaleigenschappen die elektronica-ontwerpers bij voorkeur omzeilen. Het maakt géén gebruik van ontworpen functionele bouwstenen: de materiaaleigenschappen bepalen het evoluerende leerproces. De onderzoekers publiceren erover in Nature, op 15 januari 2020.

Ons brein is ongelofelijk goed in het, in één oogopslag, herkennen van bijvoorbeeld beelden of patronen. Artifical Intelligence (AI) doet dat soms al net zo goed of beter, maar verbruikt hiervoor wel veel meer energie dan het brein, dat het met 20 Watt doet. De halfgeleiderindustrie laat zich daarom ook steeds vaker inspireren door het brein, bijvoorbeeld door neuronen na te bootsen in elektronica of in software. Maar voor het nabootsen van één enkel neuron – ons brein heeft daarvan tientallen miljarden – zijn dan wel honderden of duizenden transistoren nodig. Tegenover dat grote oppervlak staat natuurlijk de voortschrijdende miniaturisatie, maar ook die loopt tegen fysische grenzen aan. Het ‘disordered dopant network’, dat nu wordt gepresenteerd, is een heel andere benadering, die ook nog eens tegen de intuïtie ingaat. Het maakt geen gebruikt van vooraf ontworpen neuronen, maar gebruikt materiaaleigenschappen om tot een oplossing te komen. Deze ‘evolutie’ is energiezuinig en kan ook op een heel klein oppervlak.

Hoppen

‘Doping’, in het Nederlands ‘doteren’, is hier het sleutelwoord. Dit is het opzettelijk aanbrengen van onzuiverheden in de kristalstructuur van silicium, om een goedwerkende transistor te maken. Hiervoor wordt vaak het materiaal boor gebruikt. De hoeveelheid boor moet groot genoeg zijn om de transistor goed te laten werken. Bij kleinere hoeveelheden gaan verschijnselen optreden die een chip-ontwerper het liefst vermijdt. En van uitgerekend díe verschijnselen maakt het nieuwe netwerk gebruik. Het aantal boor-atomen is zo klein dat elektronen van het ene booratoom naar het andere ‘hoppen’. Dit heeft overeenkomsten met de manier waarop, in ons brein, neuronen met elkaar verbinding zoeken om een taak uit te voeren. In het Twentse experiment wordt het netwerk ‘gevoed’ met 16 verschillende patronen. Zonder dat je vooraf weet wat het netwerk gaat doen, levert het voor elk van de 16 een signaal. Met deze 16 basispatronen kun je vervolgens bijvoorbeeld een collectie handgeschreven karakters herkennen met grote nauwkeurigheid. De eerste versie van het netwerk is 300 nanometer in doorsnee en bevat ongeveer 100 booratomen. Het verbruik is ongeveer een microWatt (een miljoenste Watt). Het is de eerste bouwsteen van een groter netwerk, voorzien de onderzoekers.

Minder transport van data

‘Brein-geïnspireerd’ betekent ook dat het systeem niet, zoals de klassiek opgebouwde computer, voortdurend data heen-en-weer transporteert tussen processor en geheugen. Ook ons brein kent dit onderscheid niet. Het netwerk is daardoor inzetbaar in krachtige lokale toepassingen. Een autonoom rijdende auto, bijvoorbeeld, moet heel veel beslissingen nemen op basis van waarneming en herkenning. Daarvoor moet de auto een heel krachtige computer aan boord hebben of breedbandig kunnen communiceren met een computersysteem op afstand. Het nieuwe netwerk kan helpen om de herkenning ‘lokaal’ te houden en niet in de ‘cloud’. De autoindustrie heeft daarom al belangstelling getoond voor de nieuwe benadering.

Bovenaanzicht (scanning electron microscopy) en zijaanzicht (tekening) van het boor-gedoteerd (‘B-doped’) netwerk

BRAINS

Het onderzoek is uitgevoerd in het Center for Brain-Inspired Nano Systems (BRAINS) van de Universiteit Twente, een multidisciplinair centrum dat in 2019 is geopend. De groepen NanoElectronics (MESA+ Instituut) en Programmable Nanosystems (Digital Society Institute) van de UT hebben ook samengewerkt met het Center for Computational Energy Research van de TU Eindhoven. Het is mogelijk gemaakt dankzij financiering door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Het paper Classification with a disordered dopant atom network in silicon’, door Tao Chen, Jeroen van Gelder, Bram van de Ven, Sergey Amitonov, Bram de Wilde, Hans-Christian Ruiz Euler,  Hajo Broersma, Peter Bobbert , Floris Zwanenburg en Wilfred van der Wiel, is gepubliceerd in Nature van 15 January 2020. Nature heeft in deze editie zelf ook een review geschreven: ‘Evolution of circuits for machine-learning’.

Lees ook: Nano & AI toepasbaarheid voor zelfrijdende auto

Bron: UTwente