Koningin Maxima ‘opent’ supercomputer (credits: Vera Duivenvoorden)

14 biljard berekeningen per seconde maakt de nieuwe nationale supercomputer Snellius. Hierdoor zijn Nederlandse onderzoekers in staat nog meer wetenschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatverandering of onderzoek naar corona. Koningin Máxima opende de supercomputer op het Amsterdam Science Park. De nieuwe supercomputer is voor 18 miljoen euro gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (via NWO) en voor 2 miljoen euro door SURF.

Nieuwe mogelijkheden voor onderzoekers

Tijdens de feestelijke opening sprak onder anderen klimaatwetenschapper Henk Dijkstra over de nieuwe mogelijkheden die Snellius zijn onderzoek biedt:

‘Hiermee kunnen we nieuwe vragen beantwoorden over wat er op dit moment gebeurt met het klimaat ten gevolge van de toename van broeikasgassen. We kunnen ook gedetailleerder verwachtingen maken voor het klimaat van de toekomst, met name het optreden van extremen zoals hittegolven en overvloedige neerslag. Je hebt een supercomputer nodig vanwege de omvang van de berekeningen en de hoeveelheid data die hiermee gemoeid zijn. Dit soort berekeningen zijn praktisch onuitvoerbaar op een laptop.’

NWO-voorzitter Marcel Levi beaamt dat:

‘Door de digitalisering van alle wetenschapsgebieden heeft elke wetenschapper behoefte aan rekencapaciteit. Laagdrempelige toegang tot rekencapaciteit is essentieel voor onderzoekers in Nederland om ook in de toekomst topwetenschap te blijven bedrijven.’

Een krachtige computer

Snellius is toegankelijk voor alle Nederlandse wetenschappers. De supercomputer wordt beheerd door SURF, de ICT-coöperatie van onderwijs en onderzoek, en staat op het Amsterdam Science Park. De computer zelf is gebouwd door Lenovo. Daarnaast was het een belangrijke vereiste dat de nieuwe supercomputer zo energiezuinig mogelijk zou zijn. Dankzij de waterkoelingstechnologie koelt het systeem efficiënter af en is er veel minder luchtkoeling met ventilatoren nodig. Het systeem wordt de komende jaren in fases opgebouwd en krijgt uiteindelijk een peak performance van 14 petaflop/s. Het is daarmee het krachtigste high-performance computing-systeem van Nederland. Door gebruik te maken van de nieuwste generatie GPU’s (graphics processing units) is de computer bovendien zeer goed bruikbaar voor machine learning.

Investeren in digitalisering

De manier waarop er met onderzoeksdata en -bronnen wordt gewerkt verandert sterk. Niet alleen de omvang, maar ook de complexiteit van datasets is fors toegenomen. Om mee te kunnen doen in het veranderende digitale landschap zijn er in het regeerakkoord Rutte III middelen ter beschikking gesteld voor de versterking van de ICT. Naar aanleiding hiervan heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap NWO verzocht om de voorziene investeringen nader uit te werken in een uitvoeringsplan. Hiervoor is een impulsfinanciering van 40 miljoen euro beschikbaar gesteld aan NWO. Deze financiering is bestemd om meer toegankelijke data, een betere digitale infrastructuur, krachtigere rekencapaciteit en meer opslagcapaciteit te bewerkstelligen, en maakt tevens de Snellius computer mogelijk.

Lees ook

Longread van CWI – over hoe CWI-onderzoekers al sinds de aanschaf van de eerste nationale supercomputer in 1984 hebben gerekend op deze krachtige machine: van het testen van beveiligingssleutels tot het simuleren van gas- en vloeistofstromingen en elektrische ontladingen. 

De 4 technische universiteiten (4TU), waaronder de Universiteit Twente en de WUR, bundelen hun krachten met drie medisch academische centra en durfinvesteerder Innovation Industries om medisch technische (medtech) oplossingen sneller naar de markt te brengen. Deze week kenden de Ministeries van EZK en OCW 8 miljoen euro toe aan het medtech consortium vanuit de Thematische Technology Transfer (TTT) regeling. Deze TTT-regeling is in Europa best practice op het gebied van ondersteuning van spin-offs, incubators en universiteiten. Het consortium beoogt de goede internationale positie van de Nederlandse medtech sector verder uit te bouwen.

Deze TTT-regeling is in Europa best practice op het gebied van ondersteuning van spin-offs, incubators en universiteiten. Het consortium beoogt de goede internationale positie van de Nederlandse medtech sector verder uit te bouwen. 

Technologische innovaties zijn keihard nodig om de zorg op de lange termijn betaalbaar, kwalitatief en bemensbaar te houden. De route naar de markt is voor medtech spin-offs echter zeer complex en lastig. De Kennis Transfer Offices (KTO) van TU Delft, TU Eindhoven, Universiteit Twente en Wageningen Universiteit & Research bouwen samen met de KTO’s van Erasmus MC, RadboudUMC en Maastricht UMC, en VC fonds Innovation Industries aan een nationaal en open programma.

Minder uitval en sneller naar de markt

‘Het initiatief voor deze aanvraag komt vanuit 4TU, met de Universiteit Twente als penvoerder’, vertelt Roy Kolkman, Manager van het KTO van de Universiteit Twente. ‘Met deze investering leggen we een uitstekend fundament voor de medtech spin-offs in Nederland. Door de voedingsbodem met de juiste kennis en expertise te verrijken, is de kans op uitval kleiner en wordt de time-to-market verkort.’

Betere proposities

‘Door bundeling van krachten tussen UMC’s en TU’s komen we tot sterke proposities’, zegt Thijs Spigt, KTO-directeur van Erasmus MC. ‘De kennis en ervaring binnen het consortium zorgt voor snellere validatie en een betere business propositie. Hierbij is uitgebreid aandacht voor de klinische vraag, technische haalbaarheid en business ontwikkeling.’

Uitbouw koppositie

“Nederland is koploper in het ontwikkelen van nieuwe technologieën. Het naar de markt brengen is echter een grote uitdaging. We investeren in dit consortium en doen er alles aan om dit te laten slagen. Naast kapitaal leveren we met onze kennis, ervaring en netwerk een belangrijke bijdrage’, aldus Pleuni Hooijman, fondsmanager bij Innovation Industries.”

Bron: Health Valley news

De Nederlandse Topsectoren roepen in de aanloop naar een nieuw kabinet op om juist nu te blijven investeren in mensen. Zij bepleiten een investering van 50 miljoen euro per jaar in de komende vier jaar voor onder meer de opschaling van Learning Communities waarin het werken, leren en innoveren elkaar versterken. Die investering is hard nodig om nieuwe technologie en innovatie goed te blijven benutten.

Veel technologie en innovatie in ons land dreigt niet benut te worden door een oplopend tekort aan mensen met de juiste kennis en vaardigheden. Om dit tij te keren is een transformatie van de arbeidsmarkt nodig. Het gericht vergroten van vaardigheden van de beroepsbevolking levert 2% groei van de productiviteit op, blijkt uit onderzoek van de OECD, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

Voldoende werknemers met de juiste kennis en vaardigheden zorgen bovendien dat Nederland ook in de toekomst kan werken aan grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van Energie & Duurzaamheid, Gezondheid & Zorg, Landbouw, Water & Voedsel en Veiligheid.

Learning Communities versterken het werken, leren en innoveren

De Topsectoren bepleiten een investering in het ontwikkelen en opschalen van Learning Communities als duurzame samenwerkingsbanden waarin werken, leren en innoveren dicht tegen elkaar aan worden georganiseerd. Op deze manier kan kennis sneller circuleren, is scholing effectiever, aantrekkelijker en laagdrempeliger voor een grote groep leerlingen, studenten en werknemers.

Position Paper (pdf)

Persbericht 9 April 2021

Voor kunstmatige intelligentie, regeneratieve geneeskunde, infrastructuur voor gezondheidsdata, quantumtechnologie en waterstof/groene chemie komt vanuit het Nationaal Groeifonds 1,35 miljard euro beschikbaar. Het gaat om de bekostiging van 5 voorstellen (toekenning en reservering) voor onderzoek en innovatie die staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) namens samenwerkende bedrijven, kennisinstellingen en overheden heeft ingediend.

Ze dragen volgens de onafhankelijke adviescommissie bij aan economische groei, het versterken van onderzoeks- en innovatie-ecosystemen en de internationale kennis- en concurrentiepositie van Nederland. Het besluit van de adviescommissie over de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds is vandaag door de ministerraad overgenomen. Naast het ondersteunen van innovatiekracht zijn ook voorstellen voor het versterken van infrastructuur (IenW) en kennisontwikkeling (OCW) beoordeeld. Het ging in totaal om 15 aanvragen.

Staatssecretaris Mona Keijzer (EZK): “Innovatie gericht op digitalisering, verduurzaming en gezondheid heeft bij de start van het Nationaal Groeifonds direct een prominente plek verkregen. Dat is goed voor álle Nederlanders. Immers: onderzoek en ontwikkeling is de sleutel voor duurzame groei en dus onze banen en inkomsten van de toekomst.”

De staatssecretaris vervolgt: “De grootschalige publieke financiering voor deze vijf innovatieve toepassingen gaat een belangrijke bijdrage leveren om ons land welvarend te houden. Het is nodig dat de overheid een actievere rol op zich neemt om onderzoek, innovatie en technologie verder te laten ontwikkelen, startups te laten doorgroeien, talent aan te trekken, innovatie in Nederland te houden en daarmee onze internationale positie te versterken. Ik zie grote kansen voor de hierbij betrokken samenwerkende bedrijven, kennisinstellingen en overheden om deze uitdagingen te gaan verzilveren.”

De vijf bekostigde voorstellen vanuit onderzoek en ontwikkeling (R&D) en innovatie zijn:

Quantum Delta Nederland – 615 miljoen euro

De Nederlandse kennispositie op het gebied van quantumtechnologie behoort tot de wereldtop. Het voorstel om het ecosysteem verder uit te bouwen en om te zetten in bedrijvigheid wordt volledig bekostigd (615 miljoen euro). Quantum Delta Nederland werkt in Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden en Twente met een grote coalitie bedrijven, universiteiten en andere kennisinstellingen aan het opzetten van de benodigde infrastructuur, het ontwikkelen van de technologie en aan de toepasbaarheid daarvan. Onderdeel van het plan is ook investeren in medewerkers voor de toekomst, zodat deze nieuwe sector straks direct over voldoende opgeleid personeel beschikt.

Quantumtechnologie maakt gebruik van twee principes: verstrengeling en superpositie. Verstrengeling betekent dat twee deeltjes niet-fysiek verbonden zijn. Als er één verandert, verandert de ander direct mee: sneller dan het licht. Dat maakt nieuwe, extreem veilige en snelle (communicatie)netwerken mogelijk. Superpositie zorgt ervoor dat qubits, in plaats van reguliere bits die alleen of 0 of 1 kunnen zijn, 0 en 1 tegelijk zijn. Dat maakt veel rekenkracht los. Berekeningen waar de huidige computers eeuwen over zou doen, kan een quantumcomputer wel.

Quantum Delta Nederland ontwikkelt die eerste quantumcomputer die door de rekensnelheid van groot belang zijn voor efficiëntere productie of transport. Maar werkt ook aan het eerste grotere quantumnetwerk en aan quantumsensoren die in staat zijn veranderingen bij zeer kleine deeltjes te meten zoals in DNA. Een andere toekomstige bijdrage is de bijdrage aan cybersecurity via een veilig (quantum)internet.

Regeneratieve geneeskunde: RegMed XB 56 miljoen euro

Het gevraagde bedrag voor twee biomedische innovatievoorstellen wordt volledig bekostigd. Het gaat als eerste om RegMed XB (56 miljoen euro) dat vier Nederlandse pilotfabrieken (Eindhoven, Leiden, Maastricht, Utrecht) voor de ontwikkeling van regeneratieve geneeskunde gaat bouwen. Hierin staat het herstel van schade aan cellen, weefsels en organen centraal waardoor chronische ziekten kunnen worden voorkomen of genezen.

Gezondheidszorg is een wereldwijde, groeiende markt vanwege de toenemende bevolking en vergrijzing. Effectieve behandelingen met gen- en stamceltherapie zijn dus ook een grote economische kans. Het economische doel van RegMed XB is het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om samen met onderzoekers deze innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt.

Health-RI: infrastructuur voor gezondheidsdata – 69 miljoen euro

Het tweede voorstel binnen het thema biomedische innovatie gaat over het opzetten van een geïntegreerde en veilige nationale gezondheidsdata-infrastructuur. Het gaat hierbij om het bundelen en hergebruiken van de Nederlandse kennis op het gebied van gezondheid, niet om een data-infrastructuur voor patiëntenzorg. Het gevraagde bedrag van 69 miljoen euro vanuit de publiek-private samenwerking Health-RI wordt ook volledig bekostigd.

Data worden nu nog versnipperd beheerd door vele zorg- en wetenschapsorganisaties zoals de Universitair Medische Centra. De krachten bundelen is essentieel om sneller en goedkoper nieuwe en effectievere (gepersonaliseerde) oplossingen te ontwikkelen voor diagnose, behandeling en preventie. De grote hoeveelheid nieuwe fundamentele kennis rond leefstijl, gezondheid en ziekte gecombineerd met een technologie als kunstmatige intelligentie (AI) draagt bij aan zowel onze gezondheid als aan Nederlandse bedrijven die hiermee actief zijn.

Opschalen van waterstof en groene elektronen in industrie – 338 miljoen euro

Het voorstel Groenvermogen is gedeeltelijk bekostigd (338 miljoen euro) en is gericht op de opschaling van waterstof en toepassing van groene elektronen in energie-intensieve industrieën. Het betreft een integrale aanpak van bedrijven, overheden en kennisinstellingen in deze sector waaronder een breed samenhangend onderzoeks- en innovatieprogramma en een onderwijsagenda. Het ontwikkelen kan bovendien sterk bijdragen aan de klimaatopgave.

De publieke investeringen moeten een krachtig en flexibel waterstofecosysteem creëren dat de basis vormt voor de opschaling van waterstof en elektrochemie. Industriële clusters waar hiervoor kansen liggen, zijn Noord-Nederland, Amsterdam, Rotterdam/Moerdijk, Zeeland, Arnhem, Brainport Eindhoven en Limburg (Chemelot).

Meer onderzoek en innovaties zijn nodig om groene waterstof uiteindelijk efficiënt en goedkoper te kunnen toepassen. Zo ontstaan ook interessante verdienmodellen voor Nederland zowel in een mogelijke rol als producent of internationale distributeur.

AiNed: investeringsprogramma kunstmatige intelligentie – 276 miljoen euro

De Nederlandse AI Coalitie (NL AIC), een publieke-private samenwerking van meer dan 250 deelnemers, heeft de eerste fase van haar investeringsvoorstel voor kunstmatige intelligentie (AI) grotendeels (276 miljoen euro) bekostigd gekregen. De ambitie van het zogenoemde AiNed-programma is om Nederland in de internationale kopgroep van landen te krijgen, zowel op het gebied van maatschappelijke voorwaarden als de economische benutting van AI.

AI kan breed worden toegepast voor bijvoorbeeld efficiëntere energiesystemen, slimmere mobiliteit en logistiek of betere zorg. Het voorstel richt zich op een gecoördineerde Nederlandse aanpak om kennis en toepasbaarheid van AI via onderzoek, innovatie, valorisatie, onderwijs te versterken én te zorgen voor mensgerichte, verantwoorde toepassing van AI in de samenleving.

De focus in de aanpak voor de versnelde toepassing van AI in Nederland ligt bij sectoren die het meeste verdienvermogen opleveren: hightech industrie, mobiliteit, logistiek, energie, gezondheid en zorg. Het strategische programma investeert daarom in het aantrekken en behouden van talentvolle AI wetenschappers, scholing en onderwijs, het ontwikkelen van maatschappelijke kaders voor toepassingen en het intensiveren van deelname in Europese programma’s waardoor er ook meer EU-geld naar Nederland komt.

Tweede ronde voor financiering vanuit Nationaal Groeifonds

In totaal diende staatssecretaris Mona Keijzer zes voorstellen namens betrokken partijen in voor de eerste ronde. Het voorstel FoodSwitch is niet gehonoreerd. Het Nationaal Groeifonds heeft aangekondigd dat er dit jaar een tweede ronde volgt waarin verbeterde én nieuwe voorstellen kunnen worden ingediend voor financiering. Onderzoek en ontwikkeling (R&D) en innovatie blijft één van de pijlers van het fonds. In totaal is er 20 miljard euro vanuit het fonds beschikbaar tot 2026, in de eerste ronde is vandaag 4 miljard euro (deels voorwaardelijk) toegekend en gereserveerd.

Holland High Tech (TKI HTSM) helpt high tech MKB innoveren binnen de kennis- en innovatieagenda’s in het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid. De RVO-regeling MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) stimuleert innovatie bij het midden- en kleinbedrijf. RVO biedt hiervoor verschillende instrumenten, waarvan Holland High Tech twee instrumenten faciliteert voor de high tech sector;

  • NetwerkActiviteiten (NA)
  • InnovatieMakelaar (IM)

Zowel de NetwerkActiviteiten als innovatieadviesdiensten door InnovatieMakelaars dienen te passen in één van de roadmaps van de Kennis- en Innovatieagenda, danwel in de KIA ICT.

Regeling NetwerkActiviteiten (NA)

Netwerkactiviteiten kunnen bestaan uit: masterclasses, workshops of conferenties om kennisdeling en netwerkvorming tussen MKB-ondernemers te bevorderen. De NetwerkActiviteit zelf én de resultaten (presentaties, kennisdocumenten, inzichten) dienen voor alle MKB toegankelijk te zijn. Voor NetwerkActiviteiten hanteert TKI HTSM een benodigde akkoord-verklaring van een roadmap-trekker.

Regeling InnovatieMakelaars (IM)

TKI HTSM stelt via deze regeling MKB in staat kosteloos gebruik te maken van innovatieadviesdiensten van aan TKI HTSM verbonden InnovatieMakelaars. Het type advies kan de volgende diensten omvatten: consulting en bijstand op het gebied van kennisoverdracht; verwerving, bescherming en exploitatie van immateriële activa; het gebruik van standaarden en regels waarin deze zijn vastgelegd.

De door TKI HTSM aangeboden adviezen zijn gericht op innovatie van producten, processen of diensten; het verlenen van technologische bijstand of diensten voor het overdragen van technologie. Hierbij is een directe koppeling aan één MKB verplicht. Deze MKB wordt bij afrekening bij naam genoemd. Indirect advies is niet toegestaan, zoals meeschrijven aan innovatieagenda’s, deelname aan symposia of adviezen aan andere klanten dan MKB.

Contact

Voor meer informatie over de diensten en procedure kunt u contact opnemen met Petra Wicherink, MIT-functionaris Holland High Tech, via MIT@hollandhightech.nl. Ook kunt u informatie inwinnen bij de Innovatie Makelaars op de overzichtspagina van TKI HTSM.

Samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen gaat het kabinet gericht inzetten op groei van de Nederlandse (maak)industrie. Door extra te investeren in sleuteltechnologieën en in  groeimarkten als Life Sciences & Health (inclusief medische technologie), High Tech/ICT (halfgeleiders, fotonica, quantum, AI) en defensie & ruimtevaart-gerelateerde technologie en industrie. Maar ook door het verder stimuleren van digitalisering binnen de industrie (Smart Industry), het opleiden en ontwikkelen van personeel, verduurzaming, hergebruik van grondstoffen (circulaire maakindustrie), het verbeteren van vestigingsvoorwaarden, regionale én Europese samenwerking.

Dat staat in de Visie op de toekomst van de industrie in Nederland die staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) op vrijdag 30 oktober 2020 mede namens minister Eric Wiebes (EZK) aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.

Staatssecretaris Mona Keijzer (EZK): “Publieke en private partijen moeten deze groeiopgave samen aangaan. Groei van het aandeel industrie in onze economie is geen doel op zich, maar een middel om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst mondiaal kan blijven concurreren en minder afhankelijk is van andere landen. Het is bovendien een reële ambitie, omdat we al een innovatieve industrie hebben die bereid is om nóg slimmer te worden en omdat we beschikken over een goed opgeleide beroepsbevolking.”

Huidige waarde Nederlandse industrie
De Nederlandse industrie is nu goed voor bijna 10 procent van de werkgelegenheid. Zo’n 12% van het bbp wordt nu direct in de industrie verdiend. Nederland is nadrukkelijk aanwezig in verschillende internationale markten. Dit gaat om industriële bedrijven in sectoren als voedingsmiddelen, chemie, machinebouw en halfgeleiders. Maar dat geldt ook voor het snijvlak van de industrie en de agrarische sector en bovendien heeft Nederland nog altijd een vooraanstaande positie in de maritieme sector.

De industrie is verspreid over het hele land aanwezig. Het aandeel van de industrie is in verschillende regio’s hoger dan 30%, oplopend tot ca. 45% in Zeeuws-Vlaanderen. Binnen deze spreiding van de industrie zijn er verschillende industriële clusters te onderscheiden, zoals het High Tech cluster rondom Eindhoven, de vijf energie-intensieve clusters basisindustrie (Rotterdam en Moerdijk, Zeeuws-Vlaanderen, Noordzeekanaalgebied, Noordoost-Groningen en Chemelot in Limburg), het medisch cluster rondom Leiden en de maakindustrie in Zuid-Holland, Twente en de Achterhoek. Minder regionaal gebonden kent Nederland ook andere sterke industrieën, zoals glas, metaal, keramiek, papier en karton, afvalverbranding, levensmiddelen en ICT.

Bron: persbericht Ministerie EZK

Download Kamerbrief Visie op de toekomst van de industrie in Nederland
Photo credit: Living Smarter on Unsplash

Persbericht
Om innovatie te stimuleren zou Nederland meer gebruik kunnen maken van prijsvragen en innovatieve aanbestedingen. Bedrijven en onderzoeksinstituten gaan waarschijnlijk meer uitgeven aan research & development (r&d) als ze meer subsidie krijgen. Dat zijn enkele bevindingen van het Centraal Planbureau (CPB) in de vandaag gepubliceerde update Kansrijk innovatiebeleid.

Deze publicatie bevat een overzicht van de effecten van acht verschillende maatregelen op het terrein van innovatiebeleid. Voor bedrijven is de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) een belangrijke stimulans voor hun r&d-activiteiten. Verhogen van de subsidie verhoogt waarschijnlijk de uitgaven die ze daaraan doen. Onbekend is of deze maatregelen netto bijdragen aan de maatschappelijke welvaart.

Op te richten Innovatietestfonds

Met een op te richten Innovatietestfonds kan de overheid het inzicht vergroten in de werking en effecten van innovatie-instrumenten. Internationaal gezien wordt in Nederland weinig gebruik gemaakt van innovatieve aanbestedingen en prijsvragen om oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen te stimuleren. Ervaringen in de Verenigde Staten wijzen erop dat Nederland hierdoor belangrijke kansen mist.

De publicatie verschijnt midden in de coronacrisis. Van de maatregelen worden vooral de structurele effecten beschreven. In een aantal gevallen zullen bepaalde budgettaire effecten op korte termijn anders zijn dan op het moment van schrijven was voorzien. Dat geldt vooral voor de budgettaire effecten van maatregelen bij de WBSO en de Innovatiebox.

Actuele beschrijving van innovatiebeleid

De update Kansrijk Innovatiebeleid is onderdeel van de nieuwe reeks Kansrijk Beleid 2020, die voortbouwt op de reeks uit 2016. Deze update bevat een vernieuwde tabel en een geactualiseerde beschrijving van het innovatiebeleid. De beschouwingen uit de publicatie van 2016 zijn nog steeds geldig. Het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceren deze reeks als voorbereiding op de landelijke verkiezingen in 2021. Per beleidsterrein worden de effecten van vele mogelijke en voorgestelde maatregelen op een grondige manier op een rijtje gezet.

Het belangrijke verschil met Kansrijk innovatiebeleid (2016) is de nieuwe tabel met beleidsmaatregelen. Deze vervangt de tabellen uit de eerdere studie. De beschouwingen en analyses uit Kansrijk Innovatiebeleid (2016) zijn nog steeds geldig. Om deze update zelfstandig leesbaar en actueel te houden heeft deze een nieuwe inleiding en een nieuwe beschrijving van het innovatiebeleid gekregen.

Download hier het complete rapport Kansrijk innovatiebeleid (PDF)
Bron via CPB Kansrijk innovatiebeleid update